“Na de wereldkampioenschappen in Peking ben ik naar huis gevlogen en heb elf dagen relatieve rust genomen om me op te laden voor de Memorial. Al geef ik grif toe dat het moeilijk zal worden om de prestaties van 2014 in Brussel te overtreffen. Toen zette ik zowel op de 100 als de 200 meter scherpe tijden neer.”
De twee nederlagen tijdens het WK tegen Usain Bolt lijken verteerd. “Het verleden telt niet voor mij,” zegt Gatlin daar over. “Ik concentreer me altijd op de volgende wedstrijd. Die focus laat me toe om te verbeteren als atleet. Pas toevallig heb ik enkele dagen geleden de beelden van de 100 meter finale van Peking bekeken. Het analyseren laat ik aan de sportliefhebbers en vooral aan mijn coach over. Die trekt daar de passende conclusies uit.”
“Ja, ik zag dat mijn laatste twintig meter van de finale rampzalig waren. Ik helde te veel voorover en boette daardoor aan snelheid in. De voorbije maanden hadden we technisch vooral op de pasfrequentie gewerkt en niet op de paslengte. Die lessen paste ik niet toe tijdens de finale in Peking.”
“Wel merk ik op dat de kloof met Usain Bolt elk jaar kleiner wordt. Beetje bij beetje kruip ik dichterbij en koester ik dus goede hoop voor de Spelen in Rio. Wat nog belangrijker is: elk jaar word ik regelmatiger en zet nu reeksen neer in de 9”70. “
“Hoe ik Rio gaat voorbereiden weet ik nog niet. Na Brussel neem ik een maand relatieve rust. Dan ga ik thuis in mijn zetel liggen wachten op een telefoontje van mijn coach. Die stippelt de weg naar Olympisch goud uit. In tegenstelling tot Bolt weet ik dat ik ondanks mijn 33 jaar daarna nog doorga. In de USA komt er een talentvolle generatie spurters aan. Die wil ik de kans geven om mij van de troon te stoten en daarna kan ik me nog altijd nuttig maken als lid van de aflossingsploegen,” besloot Gatlin.
<iframe width="640" height="360" src="https://www.youtube.com/embed/7E3VeldhNlc?feature=player_detailpage" frameborder="0" allowfullscreen></iframe>
10 September, 2015